Bo is werkzaam als verpleegkundige bij Flora. Bo heeft van jongs af aan ervaring met werken in de zorg meegekregen. Ze komt uit een echte zorgfamilie: “Mijn moeder is zelf ook verpleegkundige”. Ze kwam erachter dat de zorg echt wat voor haar was tijdens een snuffelstage die ze meeliep bij haar moeder. Bo besloot zich verder te verdiepen in de zorg en ging studeren. In 2017 maakte ze kennis met Zorggroep Almere tijdens een stage bij woonzorgcentrum De Kiekendief en daarna bij woonzorgcentrum Castrovalva terechtkwam. Na eerst voor een andere organisatie gewerkt te hebben keerde ze terug naar Zorggroep Almere. Hiervoor heeft ze gekozen omdat het dichtbij huis is en ze de arbeidsomstandigheden fijn vindt. Ze zegt: “Het is een heel groot bedrijf, maar toch kent iedereen elkaar en heerst er een huiselijke sfeer.”
Bo omschrijft haar werk als: “gezellig en een drukke boel”. Op een gemiddelde werkdag begint ze om half acht ‘s ochtends: “Dan begint ze eerst met het uitdelen van medicatie, het verdelen van het team en de mensen uit bed halen. Dus wassen en aankleden. Tussendoor doe je de telefoontjes of vang je disciplines op waarmee je samenwerkt.” In de middag helpt Bo de woonondersteuners met het klaarmaken van de lunch. “Daarna werk je de laatste dingetjes af, nog een keer medicatie uitdelen en dan is het alweer tijd om naar huis te gaan.”, vertelt ze. Samen met de bewoners aan de eettafel zitten en kletsen is Bo haar favoriete moment van de dag: “Wanneer alle mensen weer netjes uit bed zijn gehaald, medicatie hebben gehad en gewoon gezellig aan de eettafel zitten. Dan denk ik: we hebben het toch weer eventjes gerockt met zijn allen”.
Bo beschrijft Flora als een fijne plek: “Ondanks dat het een groot huis is, voelt het heel klein aan. Iedereen kent elkaar en iedereen is welkom, het is echt een warm bad.” Flora bestaat uit een PG groep. “Dat zijn mensen met dementie”, vertelt Bo. “Als groep zijn we vooral gericht op dementiezorg en daarbij komen natuurlijk somatische klachten zoals diabetes, Parkinson, noem het maar op”. Bo heeft een goede band met de bewoners: “Als een bewoner een knuffel nodig heeft dan krijgt hij die. Ik probeer ze liefdevol te verzorgen en hoop altijd dat ze iets aan me hebben, een luisterend oor bijvoorbeeld”. Door deze goede band deelt Bo ook veel over zichzelf met de bewoners: “Ze weten best veel van mij. Dat ik samenwoon met mijn vriend bijvoorbeeld en dat ik net een huis heb gekocht. Veel bewoners vragen er ook naar. Ze weten bijvoorbeeld ook welke muziek ik graag luister. Daar zijn ze allemaal erg geïnteresseerd in”, vertelt ze. Bo maakt dan ook bijzondere momenten mee met de bewoners. Zo werd ze warm ontvangen door een van de bewoners nadat ze twee weken vakantie had gehad: “Er kwam een bewoner naar mij toe en die gaf mij echt een knuffel en zei: Ik ben zo blij dat je er weer bent, ga even zitten dan gaan we even praten over je vakantie. Dat was een heel fijn moment”.
Het opbouwen van deze hechte band met de bewoners brengt natuurlijk ook moeilijke momenten met zich mee zoals het overlijden van een bewoner. Hier heeft Bo het moeilijk mee. Soms gaat ze op uitnodiging van familie naar een afscheidsdienst van een bewoner: “Maar ik probeer wel grenzen te stellen”, zegt ze.
Gelukkig kan ze op dit soort moeilijke momenten terecht bij haar collega’s: “We hebben een gezellig team, een jong team, waar alles kan en alles mag. We praten over van alles en maken zo nu en dan een grapje. Maar we durven elkaar ook aan te spreken als iets niet goed gaat. Ik heb een hele fijne band met ze, ik zie mijn collega’s ook naast mijn werk”.
Bo is gelukkig met haar functie als verpleegkundige, maar ziet graag de kans om door te groeien tot verpleegkundig specialist: “Ik heb een paar weken geleden meegelopen en dat vond ik heel interessant.” Het advies dat Bo graag wil meegeven aan mensen die interesse hebben in het werken in de zorg is: “Zorg met je hart”. Als laatste wil ze graag nog zeggen: “Als je in een heel leuk en gezellig team wil werken, waar alles kan en alles mag en waar je alles mag zeggen. Dan ben je zeker welkom bij Flora!”