Karel werkte voor zijn pensioen als Verpleegkundige in Amsterdam. Toen hij tijdens de coronacrisis een oproep zag voor verzorgers, twijfelde hij dan ook geen moment. Hij was net in Almere Poort komen wonen en besloot contact op te nemen met het nabijgelegen woonzorgcentrum Vizier. Karel kon gelijk aan de slag als Vrijwillig Verpleegkundige.
In Vizier leerde hij Mevrouw B kennen. Vanaf het eerste moment was er een bijzondere band. “Mevrouw B vond het moeilijk om hulp te accepteren, maar door de wat ik mijn ‘Amsterdamse’ benadering noem, klikte het al snel tussen ons. Mevrouw komt namelijk zelf ook uit Amsterdam”, vertelt Karel.
Als Mevrouw B geen zin had om uit bed te komen, hoefde Karel alleen maar te zeggen: “Hup eruit en naar de badkamer,” en dan verscheen er gelijk een glimlach op Mevrouw haar gezicht. “Niet mijn haren wassen hoor”, zei Mevrouw B dan altijd. Waarop Karel dan toch stiekem haar haren een beetje nat maakte: “Dan kreeg ik eerst een donderpreek, gevolgd door haar aanstekelijke schaterlach. Dat is dus een beetje hoe we met elkaar om gaan”, zegt Karel.
Karel besloot ook na de coronacrisis te blijven, maar dan als Persoonlijk Vrijwilliger van Mevrouw B. “We wandelen vaak samen en hebben al heel wat rondjes op de duofiets gemaakt. Soms neem ik mijn hondjes mee, daar kan ze heerlijk mee knuffelen”, vertelt Karel. Tijdens hun wandelingen praten ze over van alles, Mevrouw B vertelt over de leuke, maar ook over de minder leuke momenten uit haar leven. Mevrouw B geniet er ontzettend van om langs het schoolplein te lopen en de vrolijke kinderen te zien spelen. “Daarom is het ook zo fijn dat ze vanaf haar appartement uitzicht heeft op het schoolplein, zo kan ze af en toe even naar de spelende kinderen kijken”.
Karel bezoekt Mevrouw B één keer per week. “Maar als er bijzondere dagen zijn, zoals een uitstapje naar de dierentuin, ga ik, als ik kan, ook met haar mee”, vertelt hij. Karel woont deels in Turkije en is soms enkele maanden weg. “Als ik dan weer terug ben, vraagt ze altijd of ik mijn hondjes wil meenemen, want daar is ze gek op. Mevrouw had zelf vroeger ook een hondje”. Hoewel mevrouw B’s gehoor achteruitgaat, lijkt dat hun band alleen maar sterker te maken. Ze kan Karel begrijpen door liplezen en hij gebruikt veel handgebaren. “Maar soms zitten we ook gewoon in stilte naast elkaar, dan kijkt zij tv en ik lees een tijdschrift. Het feit dat ik naast haar zit, maakt haar al zo blij. Ik zie haar tevreden blik en de verzorging vertelt mij regelmatig dat mevrouw zo vrolijk is als ik ben geweest. Dan weet ik weer precies waarom ik het doe.”