Jannien werkt nu drie jaar als wijkverpleegkundige bij De Prisma. Ze is nu acht jaar werkzaam voor Zorggroep Almere waar ze begon als verpleegkundige in de wijk in de ambulante nachtzorg. Ze heeft verschillende banen in de zorg gehad ook buiten de wijkverpleging, zo begon ze haar carrière in het Flevoziekenhuis. Ze ervaart haar werk als: “hartstikke leuk en veelzijdig”.
Jannien omschrijft haar gemiddelde werkdag als volgende: “Meestal werk ik ‘s morgens in de wijkverpleging dus dan kom ik ook echt bij de cliënten over de vloer. Dan heb ik even pauze en in de middag ga ik of op kantoor wijkverpleegkundige taken uitvoeren. Dat is veelal het bijhouden van zorgdossiers, mails verwerken, contacten met andere mensen onderhouden en je kan ook in de middag nog op huisbezoek gaan bij de cliënten. (..) Dat is eigenlijk een beetje hoe de dag is ingedeeld.”Jannien benoemt haar werk als veelzijdig en zelfstandig: “Ondanks dat je toch ook samenwerkt met andere mensen is het wel een hele solistische functie in sommige opzichten.” Haar favoriete moment van haar werkdag is het langs gaan bij cliënten thuis.
Jannien en haar collega’s werken volgens de ‘7 rollen van de wijkverpleegkundige’. Dit zijn de rollen die je als wijkverpleegkundige moet kunnen aannemen. “Dat hoort bij je functie en zo hoor je te werken”, verteld Jannien. Daarnaast is het volgens haar belangrijk dat je ook je team meeneemt in de kwaliteit van de zorg: “Je bent ook een klein beetje wel een soort leider van je wijkteam, want jij bent degene die de lijnen uitzet en je moet ook controleren of je collega’s dat ook doen en dat ze het plan nakomen zoals je het hebt opgesteld. Uiteindelijk ben je als wijkverpleegkundige ook de eindverantwoordelijke voor de zorg die er geboden wordt door jouw team.”
Jannien heeft een goede relatie met haar cliënten. Zo vertelt ze over een bijzonder moment met een client die verbrand was door heet water en daardoor fikse brandwonden had. “Voor ons was dat als team een heel onbekend terrein, we hadden dat nog nooit meegemaakt dat we iemand in zorg hadden die zo verband was door water. We hebben in een half jaar het zover gekregen dat alle wonden heel mooi gesloten zijn. (..) Daar ben ik wel trots op, dat vond ik toch wel heel mooi dat we dat zo, met elkaar, voor elkaar gekregen hebben.” Jannien haalt dan ook de meeste voldoening uit haar baan omdat ze mensen met haar team kan helpen. Helaas maakt ze natuurlijk ook minder mooie momenten mee. Zo vindt ze het moeilijk om te zien dat cliënten soms helemaal alleen overlijden. Gelukkig heeft ze een goede band met haar medecollega’s: “We proberen de lijnen ook kort te houden met elkaar en elkaar ook aan te spreken als er zaken zijn die niet goed lopen.”
Jannien kreeg het werken in de zorg mee van haar familie. Zo werkte haar tante in een verpleeghuis: “Ik word zuster, dat heb ik altijd gezegd”. Daarnaast is ze empathisch en vindt ze het fijn om voor mensen te kunnen zorgen dus vond ze dit beroep een goede keus. Ze begon na haar opleiding in het Flevoziekenhuis waar ze was blijven hangen door haar stage. Hierna heeft ze nog wat andere banen in de zorg gehad, maar wilde graag dichter bij huis werken. Ze solliciteerde daarom bij Zorggroep Almere: “Tegelijkertijd vond ik het ook heel prettig dat het een grote organisatie is, daar kan je ook weer wat meer kanten mee op dan dat je alleen maar bij een heel klein bedrijfje werkt.”
Als verpleegkundige moet je volgens Jannien empathisch zijn: “Ik denk dat dat heel belangrijk is want als je geen empathie voor iemand kan tonen dan snap je ook niet waarmee je bezig bent”. Daarnaast moet je goed kunnen communiceren en wensen kunnen vertalen: “Soms willen cliënten dingen van je wat jij niet kan waarmaken dus je moet dat goed kunnen vertalen en goed kunnen snappen en dan lijnen uitzetten en taken dirigeren, dat moet je wel kunnen”. Ook is het belangrijk dat je het overzicht kan bewaren: “Je bent als een soort spin in een web en dan niet voor 1 klant, maar voor 30 klanten. Dus je moet het wel allemaal bewaken en in de gaten houden dat zaken goed lopen en dat de doelen behaald worden, want als doelen niet behaald worden dan heb je toch iets niet helemaal goed gedaan.” Als laatste benoemt Jannien dat je goed moet zijn in netwerken: “Je moet echt wel contacten met mensen onderhouden. Als jij goede contacten hebt en je weet meteen in een bepaalde crisis waar je moet aanbellen dan is het al snel weer opgelost.” Jannien geeft iemand die wil starten als verpleegkundige het volgende als advies: “Ga vooral stage lopen in veel werkvelden, want ik denk dat je daar alleen maar een betere verpleegkundige van kan worden.”
Jannien werkt in het gezondheidscentrum Prisma. Dit vindt ze een fijne plek omdat het gezondheidscentrum centraal in de wijk staat: “Het is toch wel een beetje het middelpunt van de wijk. De meeste cliënten die ik in zorg heb, hebben ook allemaal hun huisarts bij de Prisma.” Dit wil ze dan ook meegeven aan haar toekomstige collega’s: “Als je een baan wil bij de Zorggroep dan kan dat heel vaak in de wijkverpleging dicht bij huis plaatsvinden. Dan moet er natuurlijk wel plek zijn in een wijkteam. Wij hebben nog ruimte in Almere-Buiten dus mensen kunnen zich nog aanmelden hoor!”
Auteur: Luna van der Veen